Oergraan
Spelt is een oud gewas, dat al eeuwenlang geteeld wordt in verschillende landen in Midden-Europa (bijvoorbeeld België, Duitsland, Oostenrijk, Slovenië en noordelijke delen van Italië), maar meer recent ook in Canada en de VS. Spelt en tarwe zijn graansoorten die nauw met elkaar zijn verwant. Dit kun je al zien aan de Latijnse naam die beiden hebben; spelt heet ook wel Triticum aestivum subspecie spelta en tarwe Triticum aestivum L. Beide granen lijken dat ook erg op elkaar, maar de smaak van spelt is wat pittiger dan die van tarwe.
Spelt
Spelt wordt beschouwd als een primitieve tarwesoort. Het is een graansoort die reeds vóór 7000 v.Chr. verbouwd werd. Ook bij Romeinse opgravingen is spelt gevonden. Na de middeleeuwen werd spelt verdrongen door gewone tarwe, omdat die een hogere opbrengst heeft en makkelijker gepeld kan worden. Spelt is namelijk volledig bedekt met een kaf, maar in tegenstelling tot gerst en rijst, zijn de kafjes niet met de korrel vergroeid. Sinds de tweede helft van de 20e eeuw – vanaf de jaren vijftig ongeveer – is de interesse in spelt toegenomen, met name vanuit de biologische landbouw.
Spelt heeft namelijk een goede resistentie tegen ziekten en heeft daardoor geen gebruik van pesticiden nodig. Het kan groeien op schrale gronden en zelfs met lage bemesting geeft spelt een goede oogst en minerale opbrengst in vergelijking met tarwe. Spelt heeft wel aanzienlijk meer landbouwgrond nodig dan moderne tarwesoorten om dezelfde opbrengst te leveren. De kleinere opbrengsten per gebied en het feit dat het lastiger is om de harde kaf te verwijderen maken spelt duurder dan tarwe. Daarentegen is het deze zelfde kaf die de korrel beschermt tegen insecten en verontreinigen vanuit het milieu.