Etiket lezen: een handvat voor je cliënt
Voorverpakt brood, dat je vooral terugvindt in de supermarkt, is een populaire en gemakkelijke keuze voor veel consumenten. En de keuze is reuze! Het lezen van het etiket op de broodverpakking geeft je veel informatie, zodat je weet wat je eet. Consumenten vinden het vaak lastig om het etiket goed te lezen en te begrijpen. Een aantal tips die ook jouw cliënt kunnen helpen.
De productnaam
- Wat je ziet: de naam van het brood ofwel de officiële benaming. Bijvoorbeeld heel volkoren tarwebrood, half wit tarwerozijnenbrood of middengroot bruin speltdesembrood.
- Wat weet je nu: De officiële benaming van het brood moet duidelijk aangeven wat erin zit. Je weet nu de hoeveelheid van het brood (heel, middengroot of half), of het brood wit, bruin of volkoren is (dus of het gemaakt is met bloem, meel of volkorenmeel) en welke graansoorten gebruikt zijn. Ook bijvoorbeeld het gebruik van desem als rijsmiddel of andere ingrediënten als noten, zaden of vruchten worden genoemd.
- Let op! Sommige broden hebben een fantasienaam, bijvoorbeeld “Molenbrood”. Dat kan alleen als ook de officiële benaming (bijvoorbeeld half bruin tarwebrood) op de schapkaart of verpakking staan. Een fantasienaam zegt niet zoveel over het brood.
De ingrediëntenlijst
- Wat je ziet: alle ingrediënten die het brood bevat, van meest naar minst aanwezig. Zoals meel, water, zout, gist of desem en eventuele hulpstoffen. De allergenen zijn opvallend vermeld, bijvoorbeeld in hoofdletters (TARWE) of dikgedrukt (tarwe). Sommige ingrediënten hebben een E-nummer. Dit E-nummer betekent dat de stof is onderzocht op nut en veiligheid. Emulgatoren en sommige meelverbetermiddelen, zoals ascorbinezuur (E300 = vitamine C), hebben zo'n E-nummer. Omdat de namen van deze stoffen meestal ingewikkeld zijn worden ze, in plaats van met hun naam, vaak als E-nummer op de verpakking vermeld, wel altijd in combinatie met hun functie. Bijvoorbeeld emulgator E322.
- Wat weet je nu: je weet nu precies wat er in het brood zit en welke allergenen aanwezig zijn.
- Let op! Een brood mag alleen ‘volkorenbrood’ heten als ál het meel dat erin zit, volkorenmeel is. Dat is wettelijk bepaald. Toch kan je in de ingrediëntenlijst een ander percentage dan 100% zien staan. Voor het bakken van brood zijn natuurlijk nog meer ingrediënten nodig dan alleen volkorenmeel. Op het etiket van een volkorenbrood kan staan: volkorentarwemeel (60%). Van het gehele brood is 60% van de ingrediënten dan volkorentarwemeel.
De voedingswaarde
- Wat je ziet: de voedingswaarde staat in een tabel of onder/achter elkaar vermeld op het etiket. De hoeveelheid energie (in kJ en kcal per 100 g) en de hoeveelheid vet, verzadigd vet, koolhydraten, suiker, eiwit en zout (in g per 100 g) is minimaal aanwezig. Op brood staat ook vaak de hoeveelheid vezels vermeldt, al is dat (vaak) vrijwillige informatie.
- Wat weet je nu: je weet nu de voedingswaarde van het brood, die je kan helpen een bewuste keuze te maken. Bijvoorbeeld door te kiezen voor een brood met veel vezels of minder suiker.
- Let op! Een vezelrijk product is niet automatisch een volkorenproduct. Een brood verrijkt met bijvoorbeeld tarwe- of haverzemelen, noten of peulvruchtenmeel kan een hoog vezelgehalte hebben, wat niet betekent dat het brood ook de hele graankorrel en bijbehorende voedingsstoffen bevat.
Claims
- Wat je ziet: sommige broodsoorten bevatten een voedingsclaim, zoals “bron van eiwit” of “vezelrijk”. Soms wordt de hoeveelheid vezels afgebeeld in een vezelmeter, met graanhalmen.
- Wat weet je nu: voedingsclaims hebben wettelijke voorwaarden. “Bron van eiwit” betekent dat 12% van de energie in het brood (per 100 gram) uit eiwit komt. En “vezelrijk” betekent dat er minimaal 6 gram vezels per 100 gram aanwezig zijn. Voedingsclaims geven je dus specifieke informatie over de voedingswaarde van het brood.
- Let op! Er zijn nog veel meer uitingen die je terug kan vinden, zoals “ambachtelijk recept”, “met Nederlands graan” of “extra lang lekker”. Dit zijn vaak uitingen die je verleiden om het brood te kopen, maar zeggen niets over de voedingswaarde van het brood.
Logo’s en keurmerken
- Wat je ziet: Op sommige broden staan keurmerken of vermeldingen als “vegan” (V-label), “biologisch” (het groene blaadje) of “glutenvrij” (de doorgestreepte aar). Of staat op het schapkaartje de Nutri-Score van het brood.
- Wat weet je nu: De logo’s en keurmerken geven je informatie over bijvoorbeeld duurzame productiemethoden of ingrediënten. Nutri-Score kan soms verwarrend zijn, omdat het niet altijd aansluit bij de voedingsrichtlijnen van het Voedingscentrum. Volkoren krentenbrood krijgt bijvoorbeeld een Nutri-Score C, terwijl het wel in de Schijf van Vijf staat.
- Let op! De genoemde keurmerken zijn erkend en worden gecontroleerd door onafhankelijke organisaties. Ook zonder keurmerk kan een product duurzaam geproduceerd zijn of geen dierlijke ingrediënten bevatten. De bakker of winkelmedewerker kan je cliënt verder helpen als er vragen zijn.
Bewaar- en bereidingsadvies
- Wat je ziet: Op de verpakking van afbakbroodjes staat meestal een bewaar- en bereidingsadvies. Een bewaaradvies kan zijn “droog bewaren” en een bereidingsadvies kan zijn “10 minuten afbakken in een voorverwarmde oven op 180 ⁰C”.
- Wat weet je nu: Je weet nu hoe je het brood goed bewaart en bereidt om voedselverspilling te voorkomen en het brood veilig te eten. Bewaren en bereiden op de juiste manier zorgt dat de kwaliteit en smaak is zoals de bakker het heeft bedoeld.
Overige informatie
- Wat je ziet: Op de verpakking van brood kan je nog andere informatie vinden, zoals houdbaarheidsinformatie, de prijs, partijcode, gegevens van de producent en de nettohoeveelheid.
- Wat weet je nu: deze informatie kan nuttig zijn. Zo wil je bij afbakbroodjes weten tot wanneer ze minimaal houdbaar zijn (daarna: kijk, ruik en proef voordat je het weggooit!). En staat er op een zak krentenbollen hoeveel stuks er in de zak zitten. Al met al geeft het etiket alle informatie die je nodig hebt over een brood(je).
En bij de ambachtelijke bakker? Dan bevat brood vaak geen etiket. Wettelijk gezien hoeft dat niet. De bakker en winkelmedewerker weten natuurlijk wel wat ze verkopen. Verwijs je cliënt daarom naar hen als er vragen zijn over bepaalde allergenen etcetera.