MEDEGEFINANCIERD DOOR DE EUROPESE UNIE

DE EUROPESE UNIE STEUNT CAMPAGNES VOOR DE PROMOTIE VAN HOOGWAARDIGE LANDBOUWPRODUCTEN

Voedseltransitie; focus op eiwit of vezel?

HomeNieuwsVoedseltransitie; focus op eiwit of vezel?

Voedseltransitie; focus op eiwit of vezel?

De eiwittransitie lijkt momenteel dé voedingshype te zijn. Overal duiken producten op met eiwitclaims, die suggereren dat we allemaal meer eiwitten zouden moeten eten. Maar is dat wel nodig? Voor veel Nederlanders is de goede hoeveelheid eiwitinname helemaal geen probleem. Bovendien gaat de eiwittransitie over meer dan alleen het verhogen van de eiwitconsumptie. Het gaat eigenlijk over een noodzakelijke voedseltransitie: een verschuiving naar duurzamer produceren en consumeren, waarbij plantaardige producten een grotere rol krijgen. En in deze transitie spelen volkoren granen een cruciale rol.

Grenzen bereikt

De bakkerijsector is zich bewust van de noodzaak van verandering en zoekt naar mogelijkheden om hierin bij te dragen. Onlangs werd er een themabijeenkomst georganiseerd, waarin prof. dr. ir. Pieter van ’t Veer een helder overzicht schetste van de huidige situatie. Onze voedselproductie heeft inmiddels de grenzen van wat de aarde kan dragen bereikt. De eerste waarschuwingen over overbelasting van natuurlijke hulpbronnen dateren al van enkele eeuwen geleden. Van ’t Veer stelde dat we ons moeten afvragen wat we als samenleving echt nodig hebben om zowel gezondheid als duurzaamheid te bevorderen.

Meer plantaardig

Volgens de professor kunnen we zonder problemen meer plantaardige eiwitten in onze voeding opnemen. Op dit moment levert brood al 20% van onze dagelijkse eiwitinname. Echter, het is belangrijk om alert te blijven op de aminozuursamenstelling van deze eiwitten. Bij een verschuiving naar meer plantaardig, kan een lysine-tekort op termijn een risico vormen. Lysine komt vooral voor in vlees, zuivel, peulvruchten en bepaalde noten, en juist weinig in granen. We moeten daarom slimme combinaties maken voor een compleet aminozuurprofiel. Dat lijkt ingewikkeld, maar gaat bijna vanzelf in een gezonde maaltijd: volkorenbrood met 100% pindakaas bijvoorbeeld. 

Vezelprobleem

Een belangrijke conclusie van prof. Van ’t Veer is dat de aandacht voor vezels belangrijker is dan die voor eiwitten. Volgens de Voedselconsumptiepeiling (2019-2021) hebben we in Nederland niet zozeer een eiwitprobleem, maar een vezelprobleem. Het verhogen van de vezelinname is een essentiële stap in het bevorderen van onze gezondheid en al jaren een uitdaging. Het eten van meer volkoren granen kan hierbij een belangrijke rol spelen.

Vezelhype in opkomst

Fibremaxxing: de hype lijkt zich momenteel nog vooral in Amerika af te spelen en is op sociale mediaplatformen zoals TikTok razend populair. Ook in Nederland komt het langzaam op. Fibremaxxing betekent grofweg dat je je vezelinname verhoogt. En dat is een positieve ontwikkeling, mits we daarin ook niet doorslaan. Té veel van iets is nooit goed.

Het is algemeen bekend dat vezels essentieel zijn voor onze gezondheid. Ze zorgen voor een verzadigd gevoel en verminderen het risico op hart- en vaatziekten, type 2 diabetes en dikkedarmkanker. De aanbevolen dagelijkse hoeveelheid vezels ligt tussen de 30 en 40 gram; een haalbaar doel als we de juiste producten kiezen, zoals volkoren granen, noten en zaden, groenten, fruit en peulvruchten. 

Voor velen is het echter een uitdaging om dagelijks aan deze aanbevolen hoeveelheid te komen. Dat maakt een hype zoals fibremaxxing relevant. Het brengt niet alleen vezels onder de aandacht, maar draagt ook (al dan niet bewust) bij aan een breder begrip van de voedseltransitie.

Het is dus tijd om de boodschap te versterken: de voedseltransitie is niet alleen een kwestie van eiwit, maar vooral van vezels. En hoe je het went of keert, volkoren granen zijn onderdeel van de oplossing.

 

Bron:
Themabijeenkomst Eiwittransitie in de bakkerij, 28 augustus 2025, Wageningen.

Delen via